Voorjaarsnota 2022

Op 20 mei 2022 is de nieuwe voorjaarsnota gepresenteerd. Naast de bijstelling van de begroting van 2022 worden ook de plannen voor 2023 en later hierin verwerkt.
De voorjaarsnota lijkt qua impact steeds meer op Prinsjesdag. Een aantal ingrijpende plannen zijn dit keer voorgesteld om het begrotingstekort terug te dringen.

Belangrijkste (fiscale) aandachtspunten

  1. Het heffingsvrij vermogen wordt niet structureel opgehoogd naar € 80.000, maar blijft € 50.650 per persoon in box 3.  
  2. De eerste schijf voor de VpB wordt verlaagd van € 395.000 naar € 200.000.
    Vanaf een winst van € 200.000 wordt een BV dus belast met het hoge tarief van 25,8%. 
  3. Het plan is om in box 2 twee tarieven te gaan hanteren, namelijk 26% heffing voor de eerste € 67.000 aan inkomen uit aanmerkelijk belang en 29,5% heffing voor al het inkomen daarboven.
  4. De 30% regeling (30% van het inkomen van werknemers uit het buitenland is onbelast als zij naar Nederland komen om te werken) wordt teruggebracht naar de Balkenende-norm.
    Voorheen mocht 30% van een ongelimiteerd bedrag onbelast worden uitgekeerd, maar nu wordt dit in een periode van drie jaar teruggebracht naar 30% van € 216.000 (2022). 
  5. Het tarief van 8% overdrachtsbelasting, zal niet zoals in eerdere plannen worden verhoogd naar 9%, maar naar 10,1%. Hiervan is de overdrachtsbelasting van 2% (en 0% in specifieke gevallen) voor de eigen woning uitgezonderd.  
  6. De inkomensondersteuning voor de AOW (en IAOW) wordt stapsgewijs afgebouwd.
    Vanaf 2025 wordt deze dan helemaal afgeschaft. 
  7. Het plan voor het verhogen van de ouderenkorting wordt teruggedraaid.
    Dit raakt dan met name de middeninkomens onder ouderen.
  8. De fiscale oudedagsreserve (FOR) wordt afgeschaft per 1 januari 2023.
    De FOR die een ondernemer al had opgebouwd kan onder de huidige regels worden afgewikkeld.  
  9. De directeur-grootaandeelhouder (DGA) mag bij de vaststelling van zijn salaris onder de gebruikelijk loonregeling zich houden aan een doelmatigheidsmarge van 25%.
    Het loon van de DGA mag dan 25% lager liggen dan normaal gebruikelijk voor die functie.
    Dit percentage gaat omlaag naar 15%. Daardoor moeten DGA’s een hoger loon genieten bij hun eigen vennootschap. 
  10. De algemene heffingskorting wordt ook aangepakt. Voor de afbouw van de algemene heffingskorting gaat nu ook het inkomen uit box 2 en box 3 meetellen. Het verzamelinkomen zal voortaan de maatstaf worden voor de toepassing van de algemene heffingskorting, wat per saldo een besparing op zal leveren voor de begroting. 
  11. De verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding van 19 cent per kilometer gaat naar 21 cent. Deze wordt met ingang van 1 januari 2023 ingevoerd in plaats van in 2024.
  12. Het minimumloon wordt verhoogd.
  13. Ook wordt de AOW gekoppeld aan de stapsgewijze verhoging van het minimumloon.