Het kabinet is van plan om het steunpakket voor banen en economie door te trekken in het derde kwartaal van 2021. Hierbij de belangrijkste voorgenomen steunmaatregelen.
Tozo en TONK
Het kabinet stelt voor de TOZO (steun voor zzp’ers) en de TONK (Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten) te verlengen in het derde kwartaal. De focus van de TOZO (TOZO 5) komt bij toekomstige aanvragen meer te liggen op het ondersteunen en stimuleren van ondernemers, zodat zij zo snel mogelijk weer op eigen benen kunnen staan.
De terugbetaling van de Tozo-lening voor bedrijfskapitaal is met een half jaar opgeschoven, naar 1 januari 2022. Er wordt tot die tijd geen rente in rekening gebracht. Ook is de looptijd van de lening aangepast van 42 naar 60 maanden.
De minister van SZW heeft betrokken partijen gevraagd om de TONK ruimhartig toe te passen en de bekendheid en het bereik te vergroten. Meerdere grote gemeenten hebben dit inmiddels aangekondigd. Het kabinet neemt ook een aantal maatregelen om de schuldenlast van bedrijven te verlichten en om hun financiële positie te verbeteren.
Samenloop NOW/TVL
De TVL telt vanaf NOW 3.0 (de subsidieperioden vanaf oktober 2020) niet meer mee als omzet voor de NOW.
De TVL en NOW 4 lopen door in het derde kwartaal 2021.
Als nieuwe referentiemaand voor de loonsom wordt februari 2021 gehanteerd omdat deze maand een beter beeld geeft van de huidige loonsom.
Bij de aanvragen van de definitieve subsidie vanaf NOW 3.0 (is vanaf 1 oktober 2020) zullen veel werkgevers door deze wijziging meer subsidie ontvangen. Zo krijgen zij meer ademruimte en een steuntje in de rug om weer op eigen benen te staan. Hier is een bedrag van ongeveer € 1,5 miljard mee gemoeid.
Belastingmaatregelen en terugbetalingsregeling
Ondernemers mogen later beginnen en langer doen over het aflossen van de belastingschuld die zij vanwege de coronacrisis hebben opgebouwd. Zij hoeven nu pas vanaf 1 oktober 2022 te starten met betalen. Hier is vijf jaar de tijd voor, dit was drie jaar vanaf 1 oktober 2021.
Wel wordt er van ondernemers verwacht dat zij vanaf 1 juli 2021 weer gewoon belasting gaan betalen.
Ook de voorwaarden om af te lossen worden verder versoepeld. De invorderingsrente, een prikkel om belastingschulden op tijd te betalen, gaat stapsgewijs naar het oude niveau.
Dit betekent dat op 1 januari 2022 het percentage invorderingsrente op 1% in plaats van 4% wordt vastgesteld en vervolgens stapsgewijs omhoog gaat tot 4% op 1 januari 2024.
Op dit moment hebben ruim 250.000 ondernemers uitstel van betaling voor een bedrag van € 16 miljard. Dit is daarmee een van de belangrijke maatregelen geweest om ondernemers in een lastige tijd te ondersteunen. Veel ondernemers hebben al (een deel) afgelost. In totaal heeft er € 36 miljard aan belastinguitstel opengestaan.
Om ongelijkheid tussen ondernemers te voorkomen, is er geen sprake van generieke kwijtschelding van nog openstaande belastingschulden.
Het kabinet wil levensvatbare bedrijven voor wie de hiervoor genoemde maatregelen niet voldoende zijn om door te gaan, toch helpen. Een soepele opstelling van de Belastingdienst helpt ondernemers vooral als andere schuldeisers ook coulant zijn. Het kabinet voert hier met andere schuldeisers gesprekken over. Om dit te versnellen worden er binnenkort rondetafelgesprekken georganiseerd. Bij versoepelingen kan er bijv. gedacht worden aan het opgeven van de voorrangsposities van verschillende schuldeisers.
Een aantal andere belastingmaatregelen die wegens corona genomen zijn, zoals de betaalpauze voor hypotheekverplichtingen en het onbelast kunnen vergoeden van reiskosten, wordt verlengd tot 1 oktober 2021.
Met de uitvoeringsorganisaties zijn afspraken gemaakt over coulante regels voor terugbetalen van te veel ontvangen overheidssteun. Daarbij bieden ze zo veel mogelijk individueel maatwerk.
Versoepeling urencriterium vervalt
De tot 1 juli 2021 geldende versoepeling van het urencriterium voor ondernemers in de IB wordt niét verlengd. Vanaf 1 juli 2021 tellen daarom alleen de uren die ondernemers daadwerkelijk aan hun ondernemingen besteden mee voor het urencriterium.
Time-out-arrangement (TOA)
Sinds begin dit jaar kunnen ondernemers gebruikmaken van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) om een akkoord met schuldeisers te bereiken. Deze wet helpt ondernemers die als gevolg van de crisis schulden hebben moeten maken.
In aanvulling daarop stelt het kabinet € 200 miljoen beschikbaar voor kredieten met lage rente voor MKB-bedrijven voor het herstarten, uitbreiden of aanpassen van hun bedrijfsactiviteiten na een WHOA-akkoord. Het TOA-krediet maakt onderdeel uit van een set maatregelen om bedrijven in staat te stellen na de crisis de draad weer op te pakken.
Overige maatregelen
- Het kabinet heeft uitgebreid gekeken naar aanvullende mogelijkheden voor het groot(winkel)bedrijf.
Alles overziende, kiest het kabinet ervoor geen aparte subsidieregeling in te voeren. Een nieuwe regeling is complex in de uitvoering en erg ongericht. Om faillissementen van levensvatbare grote bedrijven te voorkomen, blijft maatwerksteun de beste optie. - De kredietgarantieregelingen, zoals de BMKB-C, KKC, GO-C en de overbruggingskredieten via Qredits worden verlengd tot en met 31 december 2021.
- De overheid stopt na 30 juni met de garantieregeling herverzekering van leverancierskredieten. Dankzij de gunstige economische vooruitzichten is de regeling niet meer nodig.
De verzekeraars zullen ook zonder garantie van de Nederlandse staat, op basis van een gedegen risicoanalyse, dekking blijven bieden. - Het steunpakket voor cultuur en de creatieve industrie wordt in het derde kwartaal van 2021 voortgezet, zodat de culturele infrastructuur overeind blijft en banen behouden blijven.
Voor directe steun aan culturele en creatieve zelfstandigen is € 25 miljoen beschikbaar en voor BIS- en erfgoedwetinstellingen € 45 miljoen.
Voor leningen aan opengestelde monumenten is een extra bedrag van € 25,75 miljoen beschikbaar. - De in het eerste en tweede kwartaal geldende steunmaatregelen voor de sport en de land- en tuinbouw zullen in principe met één kwartaal verlengd worden.