Studiefinanciering

Voor de nieuwe kabinetsplannen zie Kabinetsplannen studiefinanciering 2015.

Studiefinanciering bestaat uit 4 onderdelen: een basisbeurs, een aanvullende beurs, een ov-kaart (het ‘studenten reisproduct’) en een lening.
De basisbeurs en het studenten reisproduct zijn voor iedereen. Een aanvullende beurs en een lening moet de student extra aanvragen.

Studiefinanciering: gift of lening

De studiebeurs is een voorlopige lening. Deze wordt pas een gift als het diploma binnen 10 jaar wordt gehaald, gerekend vanaf de eerste maand studiefinanciering. Dit noemen we ook wel ‘prestatiebeurs’. Hoeveel beurs wordt omgezet in een gift, is afhankelijk van de waarde van je diploma.
Haal je geen diploma, dan moet je alles terugbetalen: je basisbeurs, je aanvullende beurs en je studenten reisproduct. Alleen je aanvullende beurs over de eerste 5 maanden mag je altijd houden.

Bachelor of master

‘Bachelor en ‘master’ zijn graden voor mensen die een opleiding in het hoger onderwijs hebben afgerond. Na een 4-jarige hbo-opleiding aan een hogeschool of 3 jaar aan de universiteit krijg je de graad bachelor. Daarna kun je nog 1 of 2 jaar doorstuderen voor een master. Dit kan een hbo-master zijn, maar ook een universitaire master.

Studiefinanciering hbo

De beurs voor een HBO-student is maximaal 4 jaar. Daarna kan de student nog 3 jaar lenen en 1 jaar reizen. Binnen 10 jaar moet de studiefinanciering worden opgebruikt.

Studiefinanciering universiteit

De beurs voor een bachelor is maximaal 3 jaar en voor een master 1 jaar. Daarna kan de student nog 3 jaar lenen en 1 jaar reizen. Binnen 10 jaar moet de studiefinanciering worden opgebruikt.

Aanvragen voor 30ste verjaardag

Studiefinanciering aanvragen en laten ingaan kan tot de maand waarin de student 30 jaar wordt. Je studiefinanciering loopt na je 30ste gewoon door. Stop je na je 30ste je studiefinanciering, dan kun je die niet meer opnieuw opstarten.

Aanvullende beurs

Een aanvullende beurs kan alleen afhankelijk van het inkomen van de ouders. Duo kijkt  naar het inkomen van 2 jaar geleden. Ook het aantal studerende of schoolgaande broers en zussen beïnvloedt de hoogte van een aanvullende beurs.

Krijgt de student geen volledige aanvullende beurs, dan kan de student het ontbrekende bedrag extra bijlenen. Zo kan iedere student elke maand over evenveel studiefinanciering beschikken.