Een legaat wordt vastgelegd in een testament en wordt effectief bij overlijden.
Een schenking wordt bij leven gedaan.
Het legaat wordt in beginsel van de erfenis afgetrokken, voordat die wordt verdeeld onder de erfgenamen.
De belastingvrijstelling van een legaat aan kind of kleinkind bedraagt € 20.047 (2015).
De belastingvrijstelling van een schenking aan een kind of kleinkind is beduidend lager.
Indien het de wens is dat het geld van het legaat nu al bij de kinderen terecht komt, kunnen de ouder en het kind een renteloze lening afsluiten. De lening moet daarbij bij overlijden worden terugbetaald. Bij overlijden wordt dan de lening verrekend met het legaat.
“Vruchtgebruikrente”
LET OP Omdat de lening renteloos is, ontstaat er een schenking van een niet bedongen rente, de vruchtgebruikrente.
Het levenslange recht op vruchtgebruik van een vermogensbestanddeel wordt gewaardeerd op 6% van het vermogen, te vermenigvuldigen met een factor (zie onder) die afhankelijk is van de leeftijd van de langstlevende. Vorenstaande is geregeld in de wet (artikel 21 successiewet en 5 en 10 uitvoeringsbesluit successiewet).
- Jonger dan 20 jaar: factor 16.
- 20 en jonger dan 30: factor 15.
- 30 en jonger dan 40: factor 14.
- 40 en jonger dan 50: factor 13.
- 50 en jonger dan 55: factor 12.
- 55 en jonger dan 60: factor 11.
- 60 en jonger dan 65: factor 10.
- 65 en jonger dan 70: factor 8.
- 70 en jonger dan 75: factor 7.
- 75 en jonger dan 80: factor 5.
- 80 en jonger dan 85: factor 4.
- 85 en jonger dan 90: factor 3.
- 90 jaar of ouder: factor 2.
Dus als vader 70 jaar is dan bedraagt de vruchtgebruikrente 7*6% van het leningbedrag. Bij een lening van € 20.000 dus 7*6% van € 20.000 = 8.400.
TIP In een volgend jaar kan de procedure herhaald worden, net zo lang tot het totaal van het legaat in het testament is bereikt.