Recente ontwikkelingen
December 2016 Compensatie partner bij uitfasering Pensioen in eigen beheer.
Oktober 2016 Overdracht pensioenkapitaal: actiepunt voor 2016!
September 2016 Belastingplan 2017 einde pensioen in eigen beheer.
Juli 2016 Afschaffing pensioen in eigen beheer dichtbij.
Mei 2016 HR bevestigt fiscale waardering pensioen in eigen beheer.
April 2015 Pensioen in eigen beheer – een update.
April 2014 De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft in RJ-Uiting 2014-4 opgenomen dat het niet langer is toegestaan pensioenvoorzieningen in eigen beheer te waarderen tegen fiscale grondslagen RJ: DGA-pensioen commercieel waarderen!
Met brief van 6 december 2013 aan de 2e Kamer heeft de staatssecretaris van Financiën een aantal varianten genoemd om aan het (aanzienlijke) verschil in de fiscale en de commerciële waardering van een pensioen in eigen beheer een einde te maken Voorstel 2e Kamer pensioen DGA.
Voor de recente ontwikkelingen zie bericht Pensioenopbouw in 2014 en volgende jaren.
Flexibel BV-recht en pensioen in eigen beheer
Om in het nieuw BV-recht vanaf 1 oktober 2012 een pensioen in eigen beheer op te bouwen, moet aan strenge voorwaarden worden voldaan.
Opbouw van pensioen in eigen beheer is alleen mogelijk bij de uitvoering van een pensioenovereenkomst die door het eigenbeheerlichaam is overeengekomen met een directeur-groot aandeelhouder (dga) in de zin van de Pensioenwet. De Pensioenwet verstaat onder een dga: de direct of indirect persoonlijk houder van ten minste 10% van (certificaten van) het geplaatste aandelenkapitaal van de vennootschap.
In het kader van de invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht is aan deze definitie toegevoegd dat aan deze aandelen stemrecht in de algemene vergadering moet zijn verbonden.
Uit de Memorie van Toelichting bij deze wetswijziging blijkt dat beoogd is dat aan de aandelen ten minste 10% van de zeggenschap moet zijn verbonden.
Pensioen in eigen beheer afstempelen
LET OP Veel pensioen-bv’s hebben onvoldoende kapitaal om aan de pensioenverplichtingen te doen. Daarvoor biedt de wetgever eenmalig een oplossing: Afstempelen van pensioen in eigen beheer.
Indexatie pensioen in eigen beheer
Vanuit een bedrijfseconomisch oogpunt moet al tijdens de opbouwfase worden onderkend dat het ouderdomspensioen vanaf de pensioendatum geïndexeerd wordt. In het op te bouwen pensioenkapitaal dient daarom tevens rekening gehouden te worden met die toekomstige indexatie.
Lees meer in Indexatie pensioen in eigen beheer.
Het verschil in de fiscale en de commerciële waardering van een pensioen in eigen beheer
De fiscale en commerciële waardering van een pensioen in eigen beheer kunnen aanzienlijk verschillen. Dit heeft belangrijke gevolgen.
Pensioen in eigen beheer – fiscale waardering
Een pensioen in eigen beheer wordt gewaardeerd op basis van de volgende fiscale uitgangspunten:
- De rekenmethode is actuarieel. Daarbij kan gekozen worden uit de koopsommethode en de premiekoopsommethode.
- De rekenrente is minimaal 4% (artikel 3.29 Wet IB).
- Er mag geen rekening worden gehouden met een eventueel toegezegde indexatie.
- Uitgegaan mag worden van de meest recente sterftetafel zonder correcties.
- Er mag alleen een voorziening worden aangelegd voor een uitgesteld partnerpensioen, ingaande na de pensioendatum.
- Het risico van vooroverlijden mag niet in eigen beheer worden gehouden. Daarom wordt dit risico extern verzekerd.
LET OP Vorengenoemde fiscale uitgangspunten en de aanscherping van de pensioenwetgeving in 2014 en volgende jaren maken een pensioen opbouwen in eigen beheer aanzienlijk minder aantrekkelijk. Wellicht is het zelfs beter te kiezen voor extern verzekeren of banksparen.
Pensioen in eigen beheer – commerciële waardering
De commerciële waardering geeft het bedrag dat feitelijk nodig is om het pensioen in eigen beheer te kunnen betalen.
Een pensioen in eigen beheer wordt gewaardeerd op basis van de volgende commerciële uitgangspunten:
- De rekenmethode is actuarieel. Daarbij kan gekozen worden uit de koopsommethode en de premiekoopsommethode.
- De rekenrente is de actuele marktrente, zonder minimum.
- Er moet rekening worden gehouden met een eventueel toegezegde indexatie.
- Uitgegaan mag worden van de meest recente sterftetafel met correcties.
- Er dient een voorziening te worden aangelegd voor een uitgesteld partnerpensioen, ingaande na de pensioendatum.
- Er mag rekening worden gehouden met het risico van vooroverlijden.
LET WEL In de praktijk is, onder andere door de lage actuele marktrente, de (commerciële) voorziening op de balans te laag en daarom moet het eigen vermogen worden aangewend om het pensioen te kunnen uitkeren.
Onder de nieuwe wetgeving van de FLEX-BV, moet daarom het bestuur van de vennootschap bij (bijvoorbeeld) dividenduitkering de zogenaamde Uitkeringstoets en balanstoets bij winstuitkering te doen. Daarbij moet rekening worden gehouden met de commerciële waardering van de voorziening in eigen beheer. Bij een tekort wordt u hoofdelijk aansprakelijk gesteld.
Rekenrente versus marktrente
Momenteel is de marktrente circa 2,0% terwijl de rekenrente 4% bedraagt. Fiscaal is alleen de rekenrente toegestaan. Doordat de rekenrente zoveel hoger is dan de marktrente behoeft er op pensioendatum minder doelvermogen aanwezig te zijn om het pensioen op pensioendatum te kunnen aankopen. Anders gezegd: Om het pensioen gedurende de verwachte levensduur van de verzekerde(n) te kunnen garanderen moet jaarlijks, commercieel gezien meer gedoteerd worden aan de voorziening. Het doelvermogen bij de commerciële waardering moet dus hoger zijn.