Opties voor rechtsherstel box 3 2017/2022

Het kabinet stelt daarom voor om mensen automatisch rechtsherstel te bieden op basis van een nieuwe berekening. In de berekening wordt aangesloten bij de werkelijke verdeling van spaargeld en beleggingen van een belastingplichtige.

Varianten

Er zijn twee varianten voor het herstel uitgewerkt door de Staatssecretaris van Financiën

Spaarvariant

Bij de eerste variant zullen mensen met spaargeld worden belast op basis van de actuele spaarrente, die de laatste jaren 0% was. Voor schulden wordt aangesloten bij de hypotheekrente en bij beleggingen (effecten, onroerend goed) wordt – net als nu –  uitgegaan van het meerjarige gemiddelde rendement voor beleggingen. Hierdoor worden bijvoorbeeld beleggers niet gecompenseerd voor slechte resultaten in een specifiek jaar, omdat ze ook niet extra worden belast voor goede resultaten in een ander jaar. Een belastingplichtige met € 200.000 vermogen in 2020, waarvan driekwart (€ 150.000) spaargeld en de rest beleggingen krijgt in deze variant € 916 terug. Eenzelfde belastingplichtige met € 200.000 vermogen en maar een kwart spaargeld (€ 50.000) krijgt in deze variant geen geld terug, omdat in deze berekening hij eigenlijk meer belasting had moeten betalen dan hij heeft betaald.

Forfaitaire variant

In de tweede variant worden de forfaits aangepast aan de gemiddelde rendementen voor deze vermogenscategorieën in een jaar, zodat dit zo goed mogelijk aansluit bij het werkelijke rendement in dat jaar. Het werkelijk rendement wordt op deze manier zo dicht mogelijk benaderd.  

Het rechtsherstel op basis van een van deze varianten neemt een groot pijnpunt van het oude box 3 stelsel weg. Dit is daarmee een rechtvaardige vorm van herstel. Het kan zijn dat er alsnog mensen procedures starten, omdat de berekening in een individueel geval niet exact aansluit bij het werkelijke rendement. Er zijn daarom twee varianten in beeld gebracht hoe met eventuele nieuwe procedures om te gaan.