Het Gerechtshof Den Haag is van oordeel dat de onderwijsvrijstelling van toepassing is op de detachering van een directeur, omdat deze bij uitstek de functionaris is die de kwaliteit van het bijzondere onderwijs waarborgt.
Het betreft een vereniging die twee christelijke basisscholen in stand houdt. De vereniging heeft de directeur van één van deze scholen gedetacheerd bij een christelijke basisschool van een andere vereniging. De directeur heeft een onderwijsgevende bevoegdheid en neemt incidenteel ook lessen waar. De directietaken zijn gericht op de kwaliteit van het onderwijs. De vraag is of de detachering een dienst is, die onontbeerlijk is voor het verstrekken van onderwijs. Zo ja, dan is deze daardoor vrijgesteld van omzetbelasting.
Hof Den Haag is van oordeel dat dit het geval is. Een directeur van een instelling die zich bezighoudt met het verstrekken van bijzonder onderwijs is bij uitstek de functionaris die de kwaliteit van het onderwijs waarborgt. Het hof baseert zich op de omschrijving van de directietaken. Die bestaan onder meer uit het verbeteren van de onderwijsprestaties en prestaties van het onderwijsteam, het onderhouden van contacten met de onderwijsinspectie en het geven van sturing aan het visietraject van de desbetreffende school.