Niet tijdige aanpassing pensioenregeling leidde tot beperkte vrijval pensioenaanspraken

Een niet tijdige aanpassing van een in eigen beheer gehouden pensioenregeling van een directeur-grootaandeelhouder (dga) aan de per 1 juni 2004 in werking getreden fiscale regels daarvoor (het zogeheten Witteveenkader) kan onder omstandigheden leiden tot een beperkte vrijval van zijn pensioenaanspraken en niet van de totale aanspraak. Dit oordeelde onlangs Rechtbank Gelderland.

De procedure betrof een bv waarvan de dga ook enig werknemer was. De bv hield sinds 1998 de pensioenregeling van de dga in eigen beheer. Per 1 juni 2004 traden wijzigingen in de fiscale regelgeving rond pensioenen in werking. De bv had de wijzigingen niet tijdig doorgevoerd, maar was er wel mee bezig geweest. De inspecteur was van mening dat de gehele pensioenaanspraak zou moeten vrijvallen, omdat deze sanctie klip en klaar in de wettekst staat opgenomen. Hij legde de bv een naheffingsaanslag loonbelasting op voor het jaar 2004 en verhoogde daarnaast de door de dga aangeven belastbaar inkomen uit werk en woning over 2004 met de volledige waarde van de pensioenaanspraak (€ 150.935). Tevens bracht de inspecteur behoorlijke bedragen aan boete, heffingsrente en revisierente (een extra heffing als een pensioenregeling in fiscaal opzicht niet meer voldoet aan de fiscale criteria voor een zuivere pensioenregeling) in rekening.

Rechtbank Gelderland was van oordeel dat deze sanctie in bepaalde situaties op een meer evenredige manier moet worden toegepast en baseerde zich daarbij op doel en strekking van de wetgeving over pensioenregelingen. Dit leidt per saldo ertoe dat deze sanctie alleen van toepassing is op pensioenaanspraken die volgens het Witteveenkader bovenmatig zijn geworden. Dat betrof in deze procedure een heel bescheiden bedrag (€ 204).

De rechtbank gaf aan dat volledige vrijval van pensioenaanspraken wel aan de orde is als sprake is van ‘verboden handelingen’ van de contractpartijen rond de pensioenregeling (werkgever, werknemer en pensioenuitvoerder), waardoor de pensioenregeling niet meer aan de fiscale normen volgens het Witteveenkader voldoet. Dit vereist actief handelen van de contractpartijen. In de onderhavige situatie was geen sprake van actief handelen van contractpartijen, maar van wijzigingen in de fiscale regelgeving voor pensioenen. Dit woog voor de rechtbank mee voor een beperktere toepassing van de sanctie.

LET OP Volgens de rechtbank kan van volledige vrijval van pensioenaanspraken bij wijziging van fiscale regelgeving overigens wel sprake zijn als de aanpassing van de pensioenregeling bewust achterwege is gelaten, hetgeen onder meer kan blijken uit een vergaande overschrijding van de termijn waarbinnen de pensioenregeling moet zijn aangepast. Daar was in de onderhavige procedure geen sprake van. De rechtbank stelde de bv en de dga in het gelijk en verminderde de opgelegde naheffingsaanslag loonbelasting en aanslag inkomstenbelasting en verminderde ook de daarmee verband houdende beschikkingen heffingsrente, revisierente en boete.

Bron: Rechtbank Gelderland, 5-11-2013, nr. 11/3084 en 11/3085 (gepubliceerd 13-11-2013).

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Pensioenen