Kleine ondernemersregeling (KOR) vanaf 2020 (OVOB)

Vanaf 1 januari 2020 verandert de huidige kleineondernemersregeling (KOR). Vanaf dat moment kan er gekozen worden voor een vrijstelling van de btw-plicht, de zogenaamde OVOB (Omzetgerelateerde Vrijstelling Omzetbelasting). Om hiervoor in aanmerking te komen, moet de omzet niet meer bedragen dan € 20.000 per kalenderjaar.

Als er gekozen wordt voor de vrijstelling, dan zijn dit de gevolgen:

  • Er wordt geen btw meer in rekening gebracht bij klanten.
  • De btw die andere ondernemers in rekening brengen, kan niet meer afgetrokken of teruggevraagd worden van de Belastingdienst.
  • Btw-aangifte kan achterwege gelaten worden.

LET OP

  1. De omzet moet echter nog wel bijgehouden worden in de administratie.
  2. In de nieuwe KOR kunnen ook rechtspersonen, zoals stichtingen, verenigingen en bv’s gebruikmaken van de regeling.

Dit jaar nog aanmelden voor de regeling

Met ingang van 2020 vervalt dus de huidige KOR en de ontheffing van administratieve verplichtingen. Vanaf 2020 bestaat de belastingvermindering voor de btw niet meer. U moet daarom vóór 20 november 2019 laten weten of u gebruik gaat maken van de nieuwe KOR, als u direct vanaf 1 januari 2020 wilt deelnemen.

Als er nu al een ontheffing van administratieve verplichtingen is afgegeven, dan is aanmelding voor de vrijstelling niet nodig. De Belastingdienst gaat ervan uit dat u ook onder de nieuwe KOR wilt vallen.

LET OP

Vanaf het moment dat de klant aan de nieuwe kleineondernemersregeling deelneemt, geldt deze regeling voor ten minste drie jaar.

LET OP

Omdat u bij de keuze voor de nieuwe KOR geen omzetbelasting in vooraftrek mag brengen, is het verstandig om goed na te gaan of het wel gunstig is om voor de vrijstelling van de btw-plicht te kiezen.
N.B. De omzet met verlegde btw valt ook onder de omzetgrens.

LET OP

Als de omzetdrempel wordt overschreden in de loop van het jaar, dan moet vanaf dat moment wel btw in rekening worden gebracht.
U moet vanaf dat moment dan weer gaan voldoen aan de administratieve verplichtingen en de inspecteur verzoeken om uitgenodigd te worden tot het doen van aangifte omzetbelasting.
Dit heeft bovendien gevolgen voor de omzetbelasting die drukt op de investeringen.

Omzetgrens

De omzetgrens geldt enkel voor leveringen en diensten die plaatsvinden in Nederland, ongeacht welk btw-tarief van toepassing is en of de heffing van btw is verlegd naar de afnemer.
De omzet die wordt behaald met leveringen en diensten die niet in Nederland plaatsvinden, intracommunautaire diensten, afstandsverkopen en elektronische diensten aan buitenlandse particulieren worden hierbij niet meegenomen.

Bij margeomzet telt alleen de marge mee.

Bijzondere prestaties

In beginsel wordt alleen de btw-belaste omzet meegenomen. De omzet van bepaalde in de wet genoemde prestaties moet echter ook worden meegenomen. In de wet worden in dit kader de volgende prestaties genoemd:

  • Levering en verhuur van onroerende zaken;
  • Financiële diensten op het gebied van het betaalverkeer;
  • De handel in effecten;
  • Kredietverlening;
  • Verzekeringen.

De omzet in het kader van vrijgestelde prestaties die hierboven niet worden genoemd, wordt voor toepassing van de Kor niet in aanmerking genomen.

Verder wordt tot de omzet meegerekend:

  • de omzet in het kader van uitvoer van goederen of plaatsen van de goederen onder de regeling douane-entrepot in het kader van hun menslievende, liefdadige of opvoedkundige werk buiten de Unie, waarvoor een btw-teruggaaf wordt verleend.
  • Als prestaties worden verricht en enkel btw is verschuldigd uit de winstmarge, bijvoorbeeld bij toepassing van de reisbureauregeling en de margeregeling voor gebruikte goederen, wordt enkel de winstmarge als omzet in aanmerking genomen.

Verkoop bedrijfsmiddelen

Bedrijfsmiddelen – die op de balans staan en die u heeft gebruikt in de onderneming – telt nooit mee. Het gaat dan om zowel onroerende als roerende zaken.