Indien uw kind jonger is dan 21 jaar en niet zelf in zijn levensonderhoud kan voorzien, dan mag u tot en met 2014 onder bepaalde voorwaarden voor de uitgaven voor zijn/haar levensonderhoud vaste bedragen aftrekken. Kinderalimentatie die u betaalt is daarvan een onderdeel.
Overige uitgaven voor levensonderhoud zijn bijvoorbeeld, de uitgaven voor kleding of voeding voor uw kind en de premie die u betaalt voor de zorgverzekering van uw kind.
LET OP In 2015 is de kinderalimentatie niet meer aftrekbaar als uitgaven voor levensonderhoud.
Voorwaarden voor aftrek uitgaven levensonderhoud
U mag de uitgaven voor het levensonderhoud van uw kind aftrekken als is voldaan aan de hierna volgende voorwaarden.
- Uw kind is aan het begin van het kwartaal jonger dan 21 jaar.
- Uw kind kan in dat kwartaal niet zelf in zijn levensonderhoud voorzien.
- In dat kwartaal krijgt niemand in uw huishouden kinderbijslag of een vergelijkbare buitenlandse uitkering voor dit kind. Ook heeft niemand recht hierop.
Zie ook: Geen kinderbijslag door bijzondere omstandigheden. - Uw kind kan in dat kwartaal geen studiefinanciering, tegemoetkoming in de studiekosten of een vergelijkbare (buitenlandse) regeling krijgen.
- Uw uitgaven voor het levensonderhoud voor uw kind zijn in dat kwartaal minimaal € 416 (€ 408 in 2013).
LET OP Het moet gaan om uitgaven waarvoor u geen vergoeding krijgt. Hebt u een fiscale partner? Dan mag u de uitgaven van uw fiscale partner meetellen.
Voldoende inkomen
Heeft uw kind voldoende inkomen of vermogen om in zijn levensonderhoud te voorzien? Dan mag u de kosten voor levensonderhoud niet aftrekken.
Voorbeelden (bedragen zijn kwartaalbedragen):
Nodig voor levensonderhoud | Inkomen kind | Uw bijdrage | Recht op aftrek? |
---|---|---|---|
€ 1.500 | € 0 | € 1.500 | Ja |
€ 1.500 | € 1.000 | € 1.500, waarvan € 500 noodzakelijk was | Ja |
€ 1.500 | € 1.300 | € 1.500, waarvan € 200 noodzakelijk was | Nee |
Uitgaven die u niet mag aftrekken
De volgende uitgaven mag u niet meetellen als uitgaven voor levensonderhoud van kinderen:
- uitgaven voor ziekte die u mag aftrekken als specifieke zorgkosten
- uitgaven voor luxe zaken, zoals een auto, huis, huwelijksuitzet of bijdrage op de spaarrekening
- uitgaven voor tijdelijk verblijf thuis van ernstig gehandicapte kinderen van 21 jaar of ouder die meestal in een AWBZ-instelling verblijven
Deze uitgaven kunnen vallen onder uitgaven voor tijdelijk verblijf thuis van ernstig gehandicapten. - uitgaven waarvoor u of uw kind een vergoeding krijgt
Bijvoorbeeld een zorgtoeslag als u de premie voor de zorgverzekering van uw kind betaalt.