Voor de nieuwe regelgeving op dit punt zie Personeelszaken – recent nieuws.
Een keten van arbeidsovereenkomsten
Wanneer partijen na het einde van een arbeidscontract een nieuw contract aangaan, dan ontstaat er een keten van arbeidsovereenkomsten. De lengte en duur van die keten zijn van belang voor de vraag of de laatste arbeidsovereenkomst eindigt op het overeengekomen tijdstip, of dat deze opgezegd moet worden met een ontslagvergunning van het UWV Werkbedrijf.
Situatie 1: Een tijdelijke arbeidsovereenkomst voor drie jaar of langer aangegaan
Voor een arbeidsovereenkomst die 3 jaar of langer duurt geldt, dat deze van rechtswege eindigt na die periode. Deze overeenkomst kan direct voor bepaalde tijd worden opgevolgd, maar niet langer dan 3 maanden.
Wordt zij gevolgd door een overeenkomst voor langer dan 3 maanden, dan is er vanaf het begin van die overeenkomst een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Willen partijen de overeenkomst laten volgen door een contract voor maximaal 3 maanden, dan moet deze tweede overeenkomst voor bepaalde tijd, direct volgen op de eerste overeenkomst. Gebeurt dat niet, dan gaat het om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De tweede arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die partijen aangingen, wordt geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd.
Situatie 2: Als eerste een tijdelijke arbeidsovereenkomst voor korter dan drie jaar aangegaan
Een tijdelijke arbeidsovereenkomst voor korter dan drie jaar aangegaan eindigt van rechtswege.
LET OP In de CAO of arbeidsovereenkomst kan daarvan worden afgeweken.
Situatie 3: Na een eerste tijdelijke arbeidsovereenkomst een tweede of derde tijdelijk aangaan
Willen de partijen de eerste overeenkomst laten volgen door een tweede en mogelijk door een derde arbeidsovereenkomst, dan wordt een periode van drie jaar van belang. Deze periode van drie jaar wordt gerekend vanaf de aanvang van de eerste arbeidsovereenkomst. Binnen drie jaar kunnen partijen in totaal drie overeenkomsten voor bepaalde tijd elkaar laten volgen, waarbij ook de tweede en derde arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt (dus zonder opzegging).
LET OP Eindigt de tweede of derde arbeidsovereenkomst op een tijdstip welke ligt na een periode van drie jaar, dan wordt er vanuit gegaan dat de laatste overeenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan.
Dus op het moment dat de arbeidsverhouding de periode van drie jaar overschrijdt, is er tussen partijen sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Deze overeenkomst begint op de datum waarop de laatste overeenkomst voor bepaalde tijd is gesloten. Deze overeenkomst heeft geen einddatum.
LET OP Mogelijk gaan partijen de “derde” overeenkomst aan nadat een periode van drie jaar is verstreken. In dat geval is reeds de “tweede” overeenkomst, een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geworden. Op het moment dat er drie jaar is verstreken sinds het begin van de eerste arbeidsovereenkomst tussen partijen, werd die tweede arbeidsovereenkomst namelijk een overeenkomst voor onbepaalde tijd. In dat geval betekent het overeenkomen van een derde overeenkomst voor bepaalde tijd (dus na drie jaar), dat de tweede overeenkomst voor onbepaalde tijd wordt gevolgd door een (derde) overeenkomst voor bepaalde tijd.
Situatie 4: Binnen een periode van drie jaar wordt een nieuwe overeenkomst aangegaan
Als partijen binnen drie jaar drie arbeidsovereenkomsten hebben gesloten, dan is een vierde arbeidsovereenkomst in principe een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.