Indien u een deel van uw woning, bijvoorbeeld een kamer, verhuurde, dan heeft u onder voorwaarden recht op de kamerverhuurvrijstelling.
U krijgt deze vrijstelling als u aan alle volgende voorwaarden voldoet:
Jaartal | Ontvangen huur |
---|---|
2019 | Niet hoger dan € 5.367 |
2018 | Niet hoger dan € 5.246 |
2017 | Niet hoger dan € 5.164 |
Het gaat om de huur inclusief een eventuele vergoeding voor het gebruik van meubilair, energie en dergelijke.
- Het gedeelte dat u verhuurde, maakte deel uit van uw woning en was geen zelfstandige woning.
- U en de huurder waren tijdens de hele huurperiode ingeschreven bij de gemeente op het adres van uw woning.
- De verhuur was niet van korte duur, bijvoorbeeld verhuur aan vakantiegasten.
Als u niet aan de voorwaarden voldoet, valt het verhuurde deel van uw woning in box 3 (sparen en beleggen). U geeft dan de waarde van het gedeelte dat u verhuurde en een even groot deel van de eigenwoningschuld aan in box 3. De rente over het verhuurde deel mag u niet aftrekken. Dit geldt alleen als u voor langere tijd uw woning verhuurt.