Hoofdlijnen pensioenregelingen

Hierna volgt een aantal hoofdlijnen van het “pensioengebouw” in Nederland.
LET OP Met ingang van 2014 gaat er veel veranderen in pensioenland. Voor de laatste ontwikkelingen zie Pensioenopbouw in 2014 en volgende jaren.

Pensioenpijlers

We onderscheiden in Nederland 3 pensioenpijlers:

  1. De eerste pijler. Dat wat u van de overheid krijgt, bijvoorbeeld AOW of een WIA-uitkering
  2. De tweede pijler. Dat wat u bij uw werkgever hebt opgebouwd.
  3. De derde pijler. Dan zorgt u zelf voor pensioen, bijvoorbeeld in de vorm van een lijfrente of banksparen en andere vormen van vermogen.

Algemeen

Als werkgever bent u in principe niet verplicht een pensioen te regelen voor uw werknemers. Wel, indien er in uw branche een verplichte pensioenregeling is.
Anderzijds staat u als werkgever op achterstand ten opzichte van andere werkgevers die wel een pensioenregeling kennen.

De pensioenregeling kan worden uitgevoerd door een bedrijfstakpensioenfonds, een ondernemingspensioenfonds, een verzekeringsmaatschappij of een andere pensioeninstelling. Ook kan een werkgeverhet regelen van een pensioen aan de werknemers overlaten en hen daarin een bijdrage verlenen.

Pensioen en fiscus

De op het loon ingehouden pensioenpremies zijn in beginsel fiscaal aftrekbaar (op het brutoloon) en de door de werkgever betaalde pensioenpremies worden fiscaal niet belast op moment van betaling door de werkgever. Pas bij de pensioenuitkering wordt belasting over de uitkering betaald.

Pensioenopbouw per jaar

De werknemer bouwt per jaar pensioen op. Daarbij onderscheiden we de eindloonregeling, de middelloonregeling en de beschikbare premieregeling. Elke regeling heeft zijn eigen methode van pensioenopbouw.

De maximale pensioenuitkering

Het ouderdomspensioen inclusief AOW is maximaal 100% van het salaris. Het kan hoger zijn als gevolg van waardeoverdracht, indexering of ruil van partnerpensioen voor extra ouderdomspensioen. Ook als het ouderdomspensioen per periode in hoogte wisselt mag het (tijdelijk) hoger zijn dan 100 procent. Tot slot mag het ouderdomspensioen hoger zijn wanneer het opgebouwde prepensioen wordt doorgeschoven naar het ouderdomspensioen.

In de beschikbare premieregeling mag het pensioen niet hoger uitkomen dan 100%. Mocht op de pensioendatum blijken dat die norm overschreden is, dan moet de werknemer over het deel boven de 100% belasting betalen. De overschrijding van de 100%-grens is bij beschikbare premieregelingen niet denkbeeldig. De premie wordt vaak geïnvesteerd in beleggingsfondsen. Bij een gunstig beursklimaat kunnen hoge rendementen gerealiseerd worden.

De pensioenleeftijd

De pensioenleeftijd van de pensioenregeling bij de werkgever lag vroeger vaak voor de leeftijd van 65 jaar. Nu kennen de meeste pensioenregelingen een pensioenleeftijd gelijk aan de AOW, maar geldt dat de leeftijd ook weer vervroegd mag worden. De uitkering wordt dan lager.
De ingangsdatum van het pensioen mag uitgesteld worden tot uiterlijk de 70e verjaardag.

Partnerpensioen

Het partnerpensioen mag hoogstens 70% van het ouderdomspensioen bedragen. Naast het gewone, levenslange partnerpensioen, mag de pensioenregeling ook voorzien in een tijdelijk partnerpensioen.

Vut en prepensioen

Al is de officiële pensioenleeftijd in de meeste pensioenregelingen 65 jaar, toch werken maar weinig mensen tot die leeftijd door. Vroeger werd volop gebruik gemaakt van de vut of van een prepensioenregeling. Daarnaast waren er pensioenregelingen met een pensioendatum vóór de leeftijd van 65 jaar: de zogeheten vroegpensioenregelingen. Deze kennen naast het gewone ouderdomspensioen meestal ook een overbruggingspensioen.

De mogelijkheden om eerder met pensioen te gaan zijn behoorlijk ingeperkt. Met de Vutregelingen is het feitelijk gedaan. Datzelfde geldt voor de prepensioenregelingen.

Daarnaast mag een pensioenregeling geen overbruggingspensioen meer bevatten en moet de pensioenopbouw uitgaan van een pensioenleeftijd van tot voor kort 65 jaar. Met ingang van 1 januari 2013 moet daarbij rekening worden gehouden met de Verhoging AOW-leeftijd

Er zijn wel mogelijkheden om toch eerder met pensioen te gaan.

Wilt u meer weten? Neem dan gerust contact met ons op. Wij helpen u graag verder en zo nodig schakelen wij de pensioenadviseur in die ons meestal adviseert. Zie hiervoor het contactformulier op deze website. U kunt ons ook bellen op 075-6167487 of bereiken per email info@adfinadvies.nl