De gebruikelijkheidstoets in de WKR houdt in dat de vergoedingen en verstrekkingen niet meer dan 30% mogen afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is. Het bedrag boven de 30% is loon en dus belast. Zie ook Doelmatigheidsgrens in de WKR.
Vergelijkbare omstandigheden?
De wetgever laat de definitie hiervan bewust over aan de praktijk. Daar zal dus over geprocedeerd (gaan) worden.
Methodiek voor bepalen van gebruikelijkheid
Bij de gebruikelijkheidstoets bepaalt u:
- de soort vergoedingen en verstrekkingen
- de waarde van de vergoedingen en verstrekkingen
- wie de vergoedingen en verstrekkingen krijgen
en vervolgens - of die gebruikelijk zijn in de gegeven omstandigheden.
Bewijslast
Als de belastingdienst vindt dat de vergoedingen en verstrekkingen ongebruikelijk zijn, moeten zij dat aantonen. U kunt dan toelichten waarom de vergoedingen en verstrekkingen toch gebruikelijk zijn.