De Hoge Raad heeft op 21 februari 2014 bepaald dat het verplichte gebruik van de WOZ-waarde bij de waardering van een woning voor de erfbelasting is toegestaan en niet in strijd is met artikel 1 van het eerste protocol van het EVRM.
In de desbetreffende casus ging het om het volgende:
- Moeder komt op 1 november 2010 te overlijden.
- De woning heeft een WOZ-waarde (in 2010) van € 395.000.
- De woning wordt in februari 2011 verkocht voor € 348.000.
- De grondslag voor de erfbelasting bedraagt € 395.000.
De Hoge Raad oordeelt dat het verplichte gebruik van de WOZ-waarde bij de waardering van een woning voor de erfbelasting niet in strijd is met art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM.
De erfgenamen hebben, volgens de Hoge Raad, voldoende mogelijkheden om rechtsmiddelen aan te wenden tegen de WOZ-waarde.
De wetgever mocht een zekere ruwheid aanvaarden omwille van een vereenvoudiging in de uitvoering van de SW. Van die praktische regeling, die aanknoopt bij de voor het desbetreffende kalenderjaar geldende WOZ-waarde, kan niet kan worden gezegd dat zij elke redelijke grond ontbeert.