Echtscheidingsregeling

Bij een scheiding is er in de regel sprake van een blijver en een vertrekker.
Voor de blijvende partner is de echtelijke woning een eigen woning op basis van artikel 3.111, lid 1 van de Wet IB 2001.
Voor de vertrekkende partner is mogelijk de echtscheidingsregeling van toepassing die is opgenomen in artikel 3.111, lid 4 van de Wet IB 2001.

Echtscheidingsregeling

De echtscheidingsregeling houdt in dat vanaf het moment dat de woning de vertrekker niet langer anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat, hij of zij de woning nog maximaal 24 maanden kan aanmerken als eigen woning. In de praktijk wordt vaak uitgegaan van de uitschrijvingsdatum in de Basisregistratie Personen. Dit is echter onjuist. Er moet worden uitgegaan van de feitelijke vertrekdatum. Voorwaarde is wel dat de echtelijke woning voor de blijver ook een eigen woning is.

Na het verstrijken van de termijn van artikel 3.111, lid 4 van de Wet IB 2001 is de woning voor de vertrekker niet langer een eigen woning in box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning), maar valt deze in box 3.