BOF niet strijdig met gelijkheidsbeginsel

22 november 2013. De Hoge Raad heeft (vandaag) in proefprocedures beslist dat de bedrijfsopvolgingsregeling voor de erf- en schenkbelasting niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Alle aanslagen die onder de massaal bezwaar regeling vallen blijven daardoor gewoon in stand. De regeling geldt voor alle aanslagen erf- en schenkbelasting die op 23 oktober 2012 nog niet onherroepelijk vast stonden en alle sindsdien opgelegde aanslagen.

Voor alle lopende bezwaren zal één collectieve uitspraak op bezwaar worden gedaan. Deze uitspraak wordt gepubliceerd in de Staatscourant en op de website van de Belastingdienst.

De wetgever heeft de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in het leven geroepen omdat de heffing van successie- en schenkingsrecht bij verkrijging van ondernemingsvermogen liquiditeitsproblemen kan geven waardoor de continuïteit van ondernemingen in gevaar komt. De wetgever heeft hierbij in het bijzonder familiebedrijven op het oog gehad . Die bedrijven zijn van belang voor behoud en groei van de werkgelegenheid, behoud van economische diversiteit en voor stabiliteit. Daarnaast heeft de wetgever het ondernemerschap willen stimuleren. Dit zijn volgens de Hoge Raad gerechtvaardigde doelstellingen. De bedrijfsopvolgingsfaciliteit is volgens de Hoge Raad bovendien niet van redelijke grond ontbloot. De wetgever mag zich bij de keuze baseren op veronderstellingen omtrent het probleem en de gekozen oplossing, mits deze veronderstellingen niet evident onredelijk zijn. Het is niet noodzakelijk om de effectiviteit van de regeling empirisch te onderbouwen

Zie ons eerdere bericht Bedrijfsopvolgingsfaciliteit strijdig met gelijkheidsbeginsel.