Bent u bestuurder van een rechtspersoon, zoals een NV, BV of een stichting, dan bent u in de meeste gevallen niet persoonlijk aansprakelijk voor de handelingen van deze rechtspersoon. De bestuurder loopt in principe geen risico met zijn/haar privévermogen. Dat is vaak ook een argument om te kiezen voor de rechtsvorm van een BV. De rechtsvorm biedt deze bescherming echter alleen als de bestuurder zijn taak op juiste wijze vervult. Eén van de voorwaarden is dat beslissingen altijd zakelijk en verantwoord zijn.
LET OP Zolang u uw rechtspersoon niet heeft ingeschreven bij de KvK, bent u als bestuurder persoonlijk aansprakelijk.
Gaat de rechtspersoon failliet, dan is in principe alleen de rechtspersoon aansprakelijk en blijft het privévermogen van de bestuurder onaangetast. Maar het komt geregeld voor dat bestuurders van een rechtspersoon en soms zelfs niet-bestuurders bij een faillissement tóch in privé aansprakelijk worden gesteld.
LET OP Zolang u als bestuurder bent ingeschreven bij de KvK kunt u aansprakelijk gesteld worden. Laat u daarom tijdig uitschrijven.
TIP Tenzij u kunt aantonen dat u in de desbetreffende periode niet meer werkzaam was als bestuurder, zie bericht Inschrijving KvK niet altijd doorslaggevend.
Interne (bestuurs)aansprakelijkheid
Allereerst kan een bestuurder aansprakelijk zijn ten opzichte van zijn/haar eigen organisatie. Hij moet de taak van bestuurder behoorlijk vervullen en als hij deze niet naar behoren vervult, is hij tegenover de organisatie aansprakelijk voor de schade die daardoor wordt geleden. Als de bestuurder een rechtspersoon is – bijvoorbeeld een andere bv – dan rust de aansprakelijkheid hoofdelijk op de bestuurders van die rechtspersoon.
Van een onbehoorlijke taakvervulling kan onder meer sprake zijn bij
- een slechte kredietbewaking,
- een slechte administratie,
- het nemen van onnodig grote (financiële) risico’s,
- het onttrekken van gelden aan de vennootschap terwijl dat eigenlijk niet kan;
- het niet (tijdig) verzekeren tegen voorzienbare risico’s;
- het stellen van onevenredig grote zekerheden voor de financier;
- het ongunstig vervreemden van activa;
- handelen in strijd met wettelijke of statutaire bepalingen;
- het aangaan van verplichtingen die de vennootschap niet kan nakomen;
- het wegmaken van activa in zicht van faillissement;
- het bestuur van de vennootschap overlaten aan derden zonder (voldoende) toezicht;
- het onvoldoende voorbereid nemen van ingrijpende beslissingen.
Kan de bestuurder een dergelijke gedraging niet verweten worden en is deze niet nalatig geweest in het afwenden van de gevolgen van het onbehoorlijk bestuur, dan is de bestuurder niet aansprakelijk.
De bestuurder wordt door decharge van zijn of haar aansprakelijkheid ontslagen. Bij een BV wordt de bestuurder gedechargeerd door de algemene vergadering. Zie ook Jaarrekening vaststellen en goedkeuren
Externe aansprakelijkheid op grond van onbehoorlijk bestuur
De bestuurder is aansprakelijk richting derden als de organisatie failliet gaat, doordat:
- de bestuurder of het bestuur kennelijk zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld in de periode van drie jaren voorafgaand aan het faillissement én
- het aannemelijk is dat dit onbehoorlijke bestuur een belangrijke oorzaak van het faillissement is.
De curator, die de externe schuldeisers vertegenwoordigd, kan bestuurders dan hoofdelijk aansprakelijk stellen voor het tekort in het faillissement. Een verleende decharge staat de aansprakelijkstelling door de curator of een derde niet in de weg.
Bij de beoordeling of er sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur kijkt een rechter naar alle omstandigheden. Daarom is van tevoren nooit met zekerheid te stellen of een aansprakelijkstelling ook daadwerkelijk tot een geslaagde vordering op de bestuurder leidt. Uit eerdere rechtspraak blijkt dat er niet snel sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur.
Per definitie aansprakelijk
De wet bepaalt echter wel, dat er direct en onomstotelijk sprake is van onbehoorlijk bestuur en derhalve een oorzaak van het faillissement, indien in de laatste 3 jaar voorafgaand aan het faillissement:
- er geen goede administratie is bijgehouden of
- niet tijdig de jaarrekening bij de Kamer van Koophandel is gepubliceerd.
Het is dan aan het bestuur om aan te tonen dat een gebrekkige administratie of de niet tijdig gepubliceerde jaarrekening géén belangrijke oorzaak vormde voor het faillissement. Dat kan bijvoorbeeld doordat een andere factor aantoonbaar het faillissement veroorzaakte, zoals een sterk teruggelopen vraag, de aanhoudende crisis of het verlies van een grote klant.
Aansprakelijkheid wegens goedkeuring (dividend)uitkering
Per oktober 2012 is de wetgeving veranderd door de komst van de zogenaamde Flex BV. Die wetgeving stelt het bestuur verantwoordelijk voor bijvoorbeeld het uitkeren van dividend of het doen van andere uitkeringen.
Als de algemene vergadering besluit dividend uit te keren, dan moet dit besluit worden voorgelegd aan het bestuur. Het bestuur mag het besluit niet goedkeuren als het weet of moet voorzien, dat het voortbestaan van de onderneming in gevaar komt of de schuldeisers niet meer betaald kunnen worden.
Een bestuurder die akkoord gaat, terwijl dat achteraf niet verantwoordelijk bleek en de bestuurder winst of had moeten voorzien dat dit niet kon, kan hoofdelijk aansprakelijk zijn.
Ook aandeelhouders die tegen beter weten in een dividenduitkering hebben ontvangen zijn aansprakelijk, maar maximaal tot het door hen ontvangen bedrag. Een vergelijkbare regeling geldt bij vermindering van kapitaal van de BV en inkoop van eigen aandelen door de BV.
Externe aansprakelijkheid wegens onrechtmatige daad
Als een bestuurder weet (of zou moeten weten) dat de rechtspersoon een overeenkomst niet kan nakomen en deze tóch aangaat – waardoor de wederpartij onverhaalbare schade lijdt – pleegt een onrechtmatige daad. De wederpartij kan de bestuurder dan in persoon aanspreken voor schadevergoeding. Denk aan de situatie waarin de bestuurder van een BV een aannemer inhuurt om de bedrijfspanden op te knappen, terwijl hij op dat moment al weet of moet weten dat de BV de facturen van de aannemer niet kan voldoen.
Verklaring betalingsonmacht premie- en belastingschulden
Bestuurders kunnen ook hoofdelijk aansprakelijk zijn voor bepaalde premie- en belastingschulden als de rechtspersoon bij de betaling in gebreke blijft. Deze aansprakelijkheid kan al intreden vóór er sprake is van een faillissement.
Wanneer de rechtspersoon niet aan die verplichtingen kan voldoen, is deze verplicht om dit direct – uiterlijk twee weken na de uiterste dag van betaling – schriftelijk te melden aan de betreffende instantie en desgevraagd stukken te overleggen. Voldoet de rechtspersoon niet tijdig of correct aan de meldingsplicht, dan kan iedere bestuurder hoofdelijk worden aangesproken voor deze schulden.
Als u vragen heeft over deze lastige problematiek of advies nodig hebt, neem dan gerust contact met ons op per telefoon 075 616 74 87 of mobiel 0651 18 0652 of via het contactformulier op deze website of per email info@adfinadvies.nl.