28 februari 2013. Vandaag is op de valreep het besluit Besluit verlaagd-btw-tarief-arbeidskosten bij renovatie en herstel van woningen gepubliceerd. Het verlaagd tarief van 6% geldt vanaf 1 maart 2013 tot 1 maart 2014. De verlaging geldt zoals gezegd alleen voor de arbeidskosten en niet voor de gebruikte materialen.
VOORWAARDE is dat de woning minimaal twee jaar oud is, gerekend vanaf de datum van eerste ingebruikname van de woning.
Het besluit is van toepassing op alle renovatie- en herstelwerkzaamheden die in en aan een woning worden verricht. Daaronder wordt verstaan: het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van (delen van) de woning. Ook onder dit besluit vallen de arbeidskosten voor het aanbrengen van goederen in of aan een woning die in bouwkundig opzicht deel (gaan) uitmaken van de woning en daardoor van rechtswege in eigendom overgaan op de eigenaar van de woning.
Arbeid en materiaal
De verhouding tussen de materialen en de arbeidscomponent van de renovatie-/herstelwerkzaamheid wordt vastgesteld door de ondernemer die de dienst verricht. Als voor het geheel één vergoeding in rekening wordt gebracht en er is op de factuur geen splitsing aangebracht tussen de materialen en de arbeid, dan dient voor de splitsing tussen de arbeid en de materialen aangesloten te worden bij de marktwaardemethode. Dit betekent dat een vergelijking moet worden gemaakt met soortgelijke prestaties op de markt. Als die soortgelijke prestaties ontbreken dan moet worden gesplitst op basis van de kostprijs. Daarbij vallen de kosten van in eigen productie vervaardigde materialen onder materiaalkosten (zie voor de factor arbeid de goedkeuring in de paragraaf Specifieke goedkeuringen). Overheadkosten mogen naar evenredigheid over de arbeid en de materialen worden verdeeld.
Voorbeeld:
– A (arbeidsuren) = € 10.000
– B (materialen) = € 2.500
– C (arbeid en materiaal) = € 12.500
– D (overheadkosten) = € 1.500
– E (aanneemsom excl. btw) = € 14.000
Toerekenen overheadkosten:
– F (overheadkosten arbeid) = (A/C x D) = € 1.200
– G (overheadkosten materiaal)= (B/C x D) = € 300
De btw bedraagt:
Arbeidskosten (A + F) x 6% = € 672
Materiaalkosten (B + G) x 21% = € 588
Aanneemsom incl. btw = E + € 672 + € 588 = € 15.260
Woning
Het begrip woning wordt als volgt gedefinieerd:
Een woning is een onroerende zaak die is bestemd voor permanente bewoning door particulieren. Het tijdelijk leegstaan ontneemt aan de onroerende zaak niet haar karakter van woning. Het maakt niet uit of de onroerende zaak eigendom is van de bewoner of dat hij de onroerende zaak huurt.
Bij een (semi-) permanent verblijf in bijvoorbeeld een bejaarden-, verpleeg- of verzorgingsinstelling, worden de ruimten in die instelling die ter beschikking staan van de bewoner aangemerkt als woning in de zin van de post. Ook zijn aangemerkt als woning: de aanleunwoning, de studentenflat, het klooster voor zover in gebruik voor permanente bewoning en de zogenoemde ‘tweede’ woning (als permanente bewoning daarvan is toegestaan).
Garages, schuren, serres en aan- en uitbouwen vallen onder het begrip woning als zij zich bevinden op hetzelfde perceel als de woning. Garages die tot hetzelfde gebouwencomplex behoren als woningen (denk aan parkeergarages onder door particulieren bewoonde flats in een flatgebouw) worden ook tot de woning gerekend.
De bij een woning behorende tuin valt niet onder het begrip woning, maar er geldt een specifieke goedkeuring voor hoveniers.
De gemeenschappelijke ruimtes in appartementen, bejaardentehuizen en aanleunwoningen, verpleeg- en verzorgingsinstellingen en dergelijke (zoals de hal, het trappenhuis, de eetzaal en de recreatieruimte) volgen het regime dat geldt voor de particuliere woongedeelten.
Niet als woning zijn aan te merken:
a. bedrijfsgebouwen en -ruimtes;
b. afzonderlijke garageboxen;
c. vakantiewoningen waarvan permanente bewoning niet is toegestaan;
d. hotels en pensions;
e. woonboten en woonwagens (zie toelichting hierna);
f. asielzoekerscentra;
g. ziekenhuizen en – internaten.
Woon-/winkelpanden
Panden die deels als woning en deels als bedrijfspand worden gebruikt (bijvoorbeeld woon-/winkelpanden) mogen in hun geheel als woning worden aangemerkt. Daarbij geldt de voorwaarde dat die panden voor meer dan 50% voor particuliere bewoning worden gebruikt. Bij een percentage van 50% of minder mag het deel dat voor particuliere bewoning wordt gebruikt voor de toepassing van het tarief worden afgesplitst.
Woonboten en woonwagens
Een woonboot met bijbehorende ligplaats en aanlegsteiger bestemd voor permanente bewoning door particulieren, die is aangesloten op verschillende nutsvoorzieningen en uitsluitend is bestemd om duurzaam op één bepaalde plek te worden gebruikt als woning, wordt als woning aangemerkt voor de btw. Ditzelfde geldt voor woonwagens.
Moment van toepassing van het verlaagde tarief
Het moment waarop de dienst wordt afgerond, is bepalend voor het antwoord op de vraag of het verlaagde tarief van toepassing is. Dit tarief is alleen van toepassing als de dienst is afgerond op of na 1 maart 2013 en vóór 1 maart 2014. Dit betekent dat indien er deelfacturen worden uitgereikt in de periode van 1 maart 2013 tot en met 28 februari 2014, terwijl de dienst wordt afgerond in maart 2014, dat het algemene btw-tarief (nu 21%) van toepassing is op die deelfacturen. Indien er vóór 1 maart 2013 deelfacturen met toepassing van het algemene btw-tarief zijn uitgereikt en de dienst wordt afgerond in de periode ná 28 februari 2013 tot 1 maart 2014, dan dient op de definitieve factuur het verlaagde btw-tarief te worden toegepast.
Hoedanigheid van dienstverrichter en afnemer
Aannemers, klusbedrijven en soortgelijke ondernemers die (onderdelen van) de renovatie- en herstelwerkzaamheden uitvoeren, mogen in de bedoelde periode het verlaagde tarief hanteren. Voor de toepassing van het verlaagde tarief is het niet noodzakelijk dat de opdrachtgever een particulier is. Ook als bijvoorbeeld woningbouwcorporaties opdracht geven tot het verrichten van renovatie- en herstelwerkzaamheden in of aan woningen, geldt het verlaagde tarief.
LET OP Als renovatie- en herstelwerkzaamheden in onderaanneming worden verricht, is het verlaagde tarief zowel in de relatie hoofdaannemer-opdrachtgever als in de relatie hoofdaannemer-onderaannemer van toepassing, mits de dienst wordt afgerond van 1 maart 2013 tot 1 maart 2014.
Specifieke goedkeuringen
– Het verlaagde tarief wordt toegepast op het ontwerpen en vervaardigen van bouwtekeningen door architecten en dergelijke ondernemers mits zij tevens de renovatie van de woning begeleiden.
– Het verlaagde tarief wordt toegepast op de arbeidskosten van de in opdracht van de opdrachtgever op maat gemaakte goederen die een onderdeel gaan vormen van de woning. Dit geldt zowel voor de op locatie vervaardigde goederen als de in de eigen bedrijf vervaardigde goederen. Hierbij valt te denken aan inbouwkasten, deuren, kozijnen en dakkapellen.
– Het verlaagde tarief wordt toegepast op de arbeidskosten van hoveniers voor het aanleggen en onderhouden van tuinen.
Overzicht van veel gestelde vragen en antwoorden
De minister heeft ook een overzicht van veel gestelde vragen en antwoorden ter verduidelijking van het besluit gegeven.
Bijlage besluit-blkb-2013-305m-verlaagd-btw-tarief-renovatie–1
Voor nadere informatie kunt u ons ook bellen of contact opnemen met het contactformulier op deze website.