September 2013. Per 1 januari 2012 was het partnerbegrip uitgebreid tot samengestelde gezinnen. Daardoor kon een minderjarige als partner worden aangemerkt. Dit had ongewenste gevolgen voor het recht op alleenstaandeouderaftrek, kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget.
Voor zowel de inkomstenbelasting als de toeslagen wordt daarom geregeld dat bij samengestelde gezinnen uitsluitend meerderjarigen partner kunnen zijn. De maatregel wordt ingevoerd met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2012. Zodoende kunnen degenen die onbedoeld partner zijn geworden van een minderjarige alsnog aanspraak maken op de genoemde regelingen.
De genoemde uitbreiding heeft ook ongewenste gevolgen voor een ouder met een inwonende hulpbehoevende moeder of vader. In die gevallen blijft sprake van partnerschap maar de aan de partner gestelde eis van het verrichten van arbeid zal niet meer gelden voor personen die een uitgezonderde familierelatie hebben. Tot deze uitgezonderde familierelaties worden bloed- en aanverwanten van de ouder in de rechte lijn of in de tweede graad van de zijlijn gerekend. Aangezien wel sprake blijft van partnerschap, telt het toetsingsinkomen van een dergelijke partner wel mee ter bepaling van de draagkracht en is daarmee relevant voor de hoogte van de kinderopvangtoeslag.