Arbovoorzieningen en WKR

Onder verstrekkingen of vergoedingen die niet als beloningsvoordeel worden ervaren (en dus belastingvrij mogen worden verstrekt), vallen onder meer vergoedingen, verstrekkingen of voorzieningen die samenhangen met verplichtingen van de werkgever op grond van de Arbeidsomstandighedenwet zonder dat de werknemer hierdoor een aanmerkelijke privébesparing krijgt.

Hieronder vallen
• een veiligheidsbril met geslepen glazen voor een laborant of lasser;
• een zonnebril voor een chauffeur of piloot;
• speciale isolerende of beschermende kleding voor (werk)kleding en uniformen;
• een verplichte medische keuring;
• een aanstellingskeuring;
• een geneeskundig of arbeidsgezondheidskundig onderzoek, een second opinion of een griepprik* in het kader van preventie- en verzuimbeleid;
• een EHBO-cursus, mits die in redelijkheid deel uitmaakt van een aanwezig Arboplan.

Beeldschermbril

Op basis van het Arbobesluit (afd.2 Beeldschermwerk) hebben werkgevers een aantal verplichtingen voor beeldschermwerkzaamheden. Een daarvan is, dat de medewerkers in de gelegenheid gesteld moeten worden om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan voor de ogen en het gezichtsvermogen. Indien uit dit onderzoek blijkt, dat een beeldschermbril noodzakelijk is, dan dient deze voorziening aan de medewerkers te worden verstrekt. De verstrekking mag alleen (onbelast) plaatsvinden, wanneer de medewerker gemiddeld meer dan 2 uur per dag achter een beeldscherm moet werken.

LET OP Een gewone bril valt daar in beginsel niet onder.

Besluit Werkkostenregeling

De Belastingdienst geeft in haar Besluit van 25-11-2011, nr. BLKB2011/1828M (paragraaf 3.7) aan wat onder vrijgesteld wordt verstaan:

Vergoedingen of verstrekkingen die direct samenhangen met verplichtingen van de inhoudingsplichtige op grond van de Arbeidsomstandighedenwet zijn vrijgesteld, tenzij de werknemer hierdoor een aanmerkelijke privébesparing geniet (zie artikel 43 van de URLB 2001). Een verstrekking is een vrije Arbo-verstrekking als:
– de werkgever een Arbo-plan heeft;
– de verstrekking daar in redelijkheid deel van uitmaakt;
– de verstrekking tijdens werktijd plaatsvindt;
– de werknemer geen eigen bijdrage is verschuldigd;
– geen sprake is van een aanmerkelijke privébesparing van de werknemer.
Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij geneeskundige keuringen of bij inentingen in het kader van preventie- en verzuimbeleid. Dergelijke vergoedingen en verstrekkingen zullen in het algemeen geen aanmerkelijke privébesparing voor de werknemer inhouden en zijn hierom vrijgesteld op grond van artikel 43 van de URLB 2001.