Bij de gehuwde betaler van de alimentatie is de verplichting fiscaal aftrekbaar op zijn/haar box 1 inkomen. Bij de gehuwde ontvanger van de alimentatie wordt dit in box 1 belast. Van een gift die belast kan worden met schenkbelasting is geen sprake aangezien er van een bevoordelingsgedachte geen sprake is.
Een andere situatie is dat partners die samenwonen en niet zijn gehuwd, gaan “scheiden”.
Dan zijn de civiele en daarmee samenhangende fiscale regels opeens niet meer zo duidelijk en vanzelfsprekend. Ook in een dergelijke situatie kunnen de voormalige samenwoners onderling alimentatie afspreken. De kans bestond dat de betaling niet aftrekbaar was en dat de ontvangst als een schenking werd aangemerkt.
Om toch voor aftrek in aanmerking te kunnen komen moesten er voorheen een aantal hobbels genomen worden. Zo moest er om de betaling in mindering te kunnen brengen op het inkomen sprake zijn van een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting. Om de vrijstelling voor de schenkbelasting te kunnen benutten moest worden aangetoond dat er sprake was van een natuurlijke verbintenis.
Dit kon in fiscale zin tot vervelende situaties leiden.
Besluit staatssecretaris van Financiën
Deze heeft nu bekend gemaakt dat voormalige echtgenoten en samenwoners gelijk behandeld moeten worden voor de onderhoudsverplichtingen in het kader van de inkomsten- en schenkbelasting. De staatssecretaris stelt hier wel voorwaarden aan. De belangrijkste is dat de voormalige samenwoners bij het vaststellen van de omvang van de alimentatie aansluiten bij de richtlijnen die de (civiele) rechters hanteren bij het berekenen van de alimentatie tussen voormalige echtgenoten (tremanormen). Indien dit gebeurt dan is er geen sprake van een belastbare schenking en zijn de consequenties voor de inkomstenbelasting hetzelfde als bij ex-echtgenoten.
Toch ongelijkheid in behandeling?
Zoals aangegeven moet voor de bepaling van onderhoudsverplichtingen tussen voormalige samenwoners, worden aangesloten bij de tremanormen om deze fiscaal te kunnen kwalificeren als een natuurlijke verbintenis (schenkbelasting) of een uit het familierecht voortvloeiende verplichting (inkomstenbelasting).
Bij voormalige echtgenoten wordt voor de fiscale kwalificatie echter niet gekeken naar de juridische tremanormen en dienen deze slechts als richtlijn. Ook is een nadere onderbouwing van een overschrijding niet nodig. Voor voormalige samenwoners wordt derhalve een fiscaal gevolg verbonden aan een juridische richtlijn, die bij voormalige echtgenoten fiscaal niet van belang is.
Daarnaast bestaat voor voormalige echtgenoten de mogelijkheid om een overeengekomen onderhoudsverplichting af te kopen. Deze afkoopsom is voor de inkomstenbelasting aftrekbaar bij de alimentatieplichtige en belast bij de alimentatiegerechtigde. Ook kwalificeert deze afkoopsom niet als een belastbare gift voor de schenkbelasting. Een dergelijke mogelijkheid tot het afkopen van een overeengekomen onderhoudsverplichting tussen voormalige samenwoners bestaat echter niet. Een volledig gelijke behandeling wordt met deze goedkeuring derhalve nog steeds niet bereikt.
Wettelijke basis
Tot slot is het belangrijk te vermelden dat het inroepen van onderhoudsverplichtingen voor samenwoners geen wettelijke basis kent. De onderhoudsverplichting kan dus slechts worden gebaseerd op een onderlinge afspraak tussen de (voormalig) samenwoners in bijvoorbeeld een samenlevingscontract of bij overeenkomst bij einde van de samenleving. Laat u daarom altijd goed adviseren.
Bron: TEKZ Belastingadviseurs