Uitgaven die verband houden met het volgen van een opleiding of studie kunnen in aftrek worden gebracht als persoonsgebonden aftrek.
De studie of opleiding moet dan gevolgd worden met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning. Voor de aftrek geldt een drempel van € 250. Als de belastingplichtige een studie of opleiding volgt buiten de standaardstudieperiode, dan geldt een maximum aftrekbaar bedrag van € 15.000.
Aftrekbaar zijn:
• lesgeld, cursusgeld, collegegeld, examengeld, promotiekosten;
• leermiddelen en beschermingsmiddelen die de onderwijsinstelling verplicht heeft gesteld;
• kosten voor EVC-procedures.
LET OP De uitgaven zijn niet aftrekbaar als de belastingplichtige aanspraak kan maken op studiefinanciering (of op een daarmee vergelijkbare uitkering). Het is dus niet van belang of de financiering daadwerkelijk is aangevraagd of ontvangen.
Begripsbepaling
De aftrekbare uitgaven moeten daarbij in direct verband staan met de opleiding of studie. De opleiding of studie moet volgens jurisprudentie over een goede planning en organisatie beschikken, waarbij gedurende het leertraject onder toezicht of begeleiding kennis wordt verkregen. LET OP Kosten gemaakt voor een zelfstudie zijn daarom niet aftrekbaar.
Op grond van artikel 6.1, lid 3 van de Wet IB 2001 mogen alleen de scholingsuitgaven die drukken in aftrek worden gebracht.
Dit betekent dat de kosten moeten zijn betaald, verrekend, ter beschikking gesteld of dat de kosten rentedragend zijn geworden (artikel 6.40 van de Wet IB 2001). Het moment waarop dat is gebeurd, bepaalt in welk jaar de uitgaven afgetrokken mogen worden. Uitgaven die drukken op de fiscale partner, mag u ook in aftrek brengen.
De aftrek moet u verminderen met ontvangen vergoedingen voor de gemaakte scholingsuitgaven. Denk bijvoorbeeld aan een studievergoeding van de werkgever.
Aftrekbaar?
Computerapparatuur en bijbehorende randapparatuur zijn NIET aftrekbaar.
Verplichte studiereizen of excursies zijn NIET aftrekbaar.
Reis- en verblijfskosten tijdens een opleiding of studie zijn NIET aftrekbaar.
De kosten voor vakliteratuur zijn in het algemeen NIET aftrekbaar. Deze kosten houden namelijk geen direct verband met de opleiding of studie. Aftrek is wel mogelijk wanneer vakliteratuur als leerboek of leermiddel kan worden aangemerkt.
Gevolgen veranderingen studiefinanciering
Per 1 september 2015 is de Wet studievoorschot hoger onderwijs in werking getreden. Studenten kunnen vanaf deze datum alleen nog een lening of een collegegeldkrediet afsluiten bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
Gelijktijdig is besloten dat vanaf studiejaar 2015/2016 scholingsuitgaven niet meer aftrekbaar zijn als aanspraak bestaat op studiefinanciering. Voor de studiejaren tot en met 2014/2015 geldt overgangsrecht op basis van artikel 10a.16 van de Wet IB 2001.
Situatie tot 1 juli 2015: overgangsrecht
Voor studiejaren tot en met 2014/2015 mogen scholingsuitgaven in aanmerking worden genomen voor zover deze een in dat jaar ontvangen studiefinanciering (basisbeurs, aanvullende beurs of een toegekende prestatiebeurs) te boven gaan. Gaat het om een prestatiebeurs waarbij later blijkt dat de beurs een lening blijft, dan mag u alsnog de voor aftrek toegestane bedragen uit eerdere jaren in aanmerking nemen. Deze aftrek vindt plaats in het jaar waarin de prestatiebeurs definitief een lening blijft.
Situatie vanaf 1 juli 2015
Vanaf het studiejaar 2015/2016 is aftrek van scholingsuitgaven volledig uitgesloten als aanspraak bestaat op een vorm van studiefinanciering (gift, lening, prestatiebeurs). Dit betekent dat ook geen scholingsuitgaven meer in aanmerking kunnen worden genomen als een toegekende prestatiebeurs definitief een lening blijft.