1e Kamer akkoord met wetsvoorstel herziening alimentatieverplichting.

Volgens de huidige wettelijke regeling duurt de alimentatieverplichting:

  1. Maximaal twaalf jaar voor een huwelijk met kinderen;
  2. Maximaal twaalf jaar voor een huwelijk zonder kinderen als het huwelijk langer duurde dan vijf jaar;
  3. Net zo lang als de duur van het huwelijk bij een huwelijk korter dan vijf jaar en zonder kinderen.

De alimentatieverplichting eindigt:

  1. Na verloop van de door de rechter vastgestelde of onderling overeengekomen termijn;
  2. In geval de alimentatiegerechtigde ex-partner zelf over voldoende inkomsten beschikt om in diens levensonderhoud te voorzien;
  3. Als de alimentatiegerechtigde hertrouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenwonen met een nieuwe partner ‘als ware zij gehuwd’;
  4. Als de alimentatiegerechtigde ex-partner overlijdt.

Nieuwe regeling per 2020

Als nieuwe regel geldt dan dat de verplichte termijn tot het betalen van alimentatie gelijk is aan de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van vijf jaar.

Twee belangrijke uitzonderingen

Op deze hoofdregel gelden twee belangrijke uitzonderingen, namelijk bij een huwelijk:

  1. Met kinderen die de leeftijd van twaalf jaar nog niet hebben bereikt. De duur van de alimentatieverplichting wordt dan maximaal twaalf jaar;
  2. Langer dan 15 jaar, waarbij de leeftijd van de alimentatiegerechtigde ex-partner ten hoogste tien jaar lager is dan de op dat moment geldende AOW-leeftijd.
    De duur van de alimentatieverplichting is dan maximaal tien jaar.

Let op: Lopende alimentatieverplichtingen worden niet geraakt door de nieuwe wettelijke regeling. De nieuwe regels gelden ‘alleen’ voor alimentatie-uitkeringen die op of na het tijdstip van inwerkingtreding van het wetsvoorstel ‘Wet herziening partneralimentatie’ (1 januari 2020) ingaan.

Mocht de uitkomst van de nieuwe wettelijke regeling in sommige gevallen tot onrechtvaardige uitkomsten leiden, dan kan daarop de ‘hardheidsclausule’ van toepassing worden verklaard.
Doe hier dus een beroep op en lever bewijs dat dit speelt.
Dan kan de rechter bij schrijnende gevallen een andere alimentatietermijn opleggen als ongewijzigde handhaving van de wettelijke regels naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

De nieuwe wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.